De D is van draadrichting

Draadrichting

De juiste draadrichting van de stof is heel belangrijk, hij is bepalend voor de valling van het kledingstuk. De draadrichting komt overeen met de kettingdraad (verticale weefdraad) van de stof.

De stof die van de rol af komt, heeft meestal de draadrichting in de richting van de rol lopen zoals op deze afbeelding.


Recht van draad

De meeste patroondelen moeten “recht van draad” uitgeknipt worden. Dit wil zeggen dat de patroondelen altijd zo op de stof gespeld moeten worden, dat de draadrichting die op het patroondeel aangegeven staat parallel aan de zelfkant loopt. De zelfkant is de afgewerkte rand van de stof aan beide zijden. In de breedterichting wordt je stof afgeknipt op het aantal meters wat je wil hebben.

Wil je je patroon precies recht op de draadrichting leggen, dan kun je de draadrichting-lijn op je patroon langer trekken zodat je een goed houvast hebt.

Speld het patroondeel eerst aan de bovenkant van de aangegeven draadrichting vast. Meet de afstand van draadrichting tot aan de zelfkant en speld dan het andere uiteinde op dezelfde afstand vast.


Schuin van draad

Soms wordt afgeweken van de draadrichting en wordt vermeld dat je een patroondeel schuin op de draad moet knippen. Dit is dan nodig om de stof soepel te kunnen verwerken, bijvoorbeeld voor een bies voor een ronde halsafwerking. Schuin van draad noemen we dat. Je kunt het uitproberen met een sjaal van geweven stof. Als je een vierkante sjaal dubbel vouwt en om je hals drapeert, dan zullen er ‘hoeken’ in de valling ontstaan. Vouw je een vierkant als een driehoek: van punt naar punt, dan zal de sjaal soepel om je hals vallen. Dit komt door de draadrichting.


Wat is de lengte- en breedterichting?

In een gewone geweven stof zonder extra toegevoegde stretch (lycra, spandex of elasthaan) kun je eenvoudig voelen wat de lengte- of breedterichting is: als je in de lengte een klein stukje van de stof tussen duimen en wijsvingers trekt, dan zit er geen beweging in. Doe je dit in de breedte, dan voel je een beetje rek. Trek je de stof schuin, dan kun je hem echt uitrekken.


Verschillende stofrichtingen door elkaar

Als je verschillende stofrichtingen door elkaar gebruikt in 1 kledingstuk, dan gaat het raar vallen. Ook zul je na het wassen zien dat de delen scheef trekken ten opzichte van elkaar. Dit komt omdat stof normaliter in de lengte krimpt.


Soepel vallend kledingstuk?

Wil je een kledingstuk maken wat heel soepel valt door je stofgebruik, bijvoorbeeld een soepele rok of top met waterval, dan kun je je patroon helemaal schuin op de stof leggen. Let er dan op dat je draadrichting op 45 graden vanaf de zelfkant ligt. Dat geeft de mooiste valling. Je hebt op deze manier wel meer stof nodig.

Je ziet, er valt veel over te zeggen. Draadrichting maakt deel uit en is bepalend voor de valling van je ontwerp.